Begroting 2019

Uiteenzetting financiële positie

Bijdrage EMU-saldo

2.3 Bijdrage EMU-saldo

Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (Rijk, mede-overheden en sociale fondsen). Het EMU-saldo wijkt af van het begrip exploitatiesaldo waarmee gemeenten en provincies werken. Het verschil zit onder meer in een andere behandeling van investeringen, afschrijvingen en voorzieningen. Voor de berekening van het EMU-saldo wordt mede gebruik gemaakt van de geprognosticeerde balans, welke is opgenomen in paragraaf 2.2. Over de hoogte van het EMU-tekort zijn binnen Europa afspraken gemaakt. De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) is de Nederlandse uitwerking van de Europese afspraken ten aanzien van de overheidsfinanciën. Deze wet moet de begrotingsdiscipline op nationaal en decentraal niveau waarborgen.

Referentiewaarde EMU-saldo
Het aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo is macro genormeerd. De Rijksoverheid maakt daarover afspraken met het IPO, de VNG en het UvW. In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (BOFV) is in mei 2018 de afspraak gemaakt dat de ruimte in het EMU-saldo voor de decentrale overheden tezamen voor de jaren 2019 tot en met 2022 totaal 0,4% van het BBP bedraagt. Het Rijk verwacht (op grond van de Wet Houdbare overheidsfinanciën) dat de het IPO, de VNG en het UvW een onderverdeling van de ruimte zullen overeenkomen. Als die er is, leidt dat tot individuele EMU-referentiewaarden. Op het moment van opstellen van deze Programmabegroting 2019 was nog geen nieuwe informatie beschikbaar over de verdeling van de norm voor 2019. Het bovengemiddelde EMU-saldo in 2019 wordt voornamelijk veroorzaakt door grote incidentele (of éénjarig geraamde) uitgaven in 2019, alsmede het hoge investeringsvolume in 2019 (o.a. hogering, aansluiting A6 en de vervangingsinvesteringen infrastructuur).

Tabel 1.16: EMU-saldo

Rekening 2017

Ontwerp 2018

2019

2020

2021

2022

Exploitatiesaldo voor mutaties reserves

27.406

-490

-7.593

13.083

18.875

17.304

+ afschrijvingen t.l.v. exploitatie

6.292

6.344

5.675

7.724

8.160

9.316

+ dotaties aan voorzieningen t.l.v. exploitatie

14.504

12.604

11.868

10.844

7.807

5.458

-  vermeerderingen vaste activa

-45.447

-40.925

-67.929

-53.056

-42.542

-22.694

+ verminderingen vaste activa (incl. bijdragen)

10.514

10.362

12.541

32.260

18.280

3.991

-  betalingen t.l.v. voorzieningen

-11.052

-13.642

-18.625

-14.517

-13.098

-12.266

x € 1.000