Begroting 2019

Grondbeleid

In de provincie wordt grondbeleid ingezet ten behoeve van het realiseren van doelen op het gebied van integrale gebiedsontwikkeling, infrastructuur, de ecologische hoofdstructuur en de gebiedsontwikkeling van het landelijk gebied. De provincie voert grondbeleid enerzijds als grondeigenaar en grondbeheerder (taakgebonden grondbeleid) en anderzijds als gebiedsontwikkelaar (gebiedsgericht grondbeleid). In beide gevallen is het grondbeleid een instrument om provinciaal beleid te realiseren en geen doel op zich.

Hierbij is het taakgebonden grondbeleid van de provincie Flevoland gericht op de realisatie van nieuwe, dan wel de aanpassing van bestaande, provinciale infrastructuur en is het gebiedsgerichte grondbeleid van de provincie Flevoland gericht op het realiseren van provinciale strategische doelen, zoals vastgelegd in het Omgevingsplan (zie voor het geconsolideerde omgevingsplan de website http://omgevingsplan.flevoland.nl). Uitgangspunt is dat per ontwikkelingsproject zal worden bezien welk grondbeleidsinstrumentarium daartoe zal worden ingezet.

Kaderdocumenten
We hebben ons grondbeleid doorvertaald in verschillende provinciale kaderdocumenten, zoals het Omgevingsplan 2006, de Omgevingsvisie FlevolandStraks welke het visiedeel van het Omgevingsplan 2006 vervangt en de Kadernota Grondbeleid. In deze kadernota zijn zowel het bestaande beleid als de volgende beleidsuitgangspunten neergelegd:

  • Voor de grondverwerving ten behoeve van infrastructurele werken wordt in samenloop met elke minnelijke onderhandeling tevens een aanvang gemaakt met de administratieve fase van de onteigeningsprocedure. Het definitieve besluit om over te gaan tot onteigenen, dat onderdeel is van de administratieve procedure, wordt pas genomen als het minnelijke traject niet tot het gewenste resultaat heeft geleid.
  • Wij bepalen per concreet project of programma de inzet van provinciale middelen ten aanzien van het actieve grondbeleid en daarbij behorende projectmatige aanpak. Een voorbeeld hiervan is het programma Nieuwe Natuur, waarvoor in het besluit ten behoeve van een werkbudget voor grondverwerving aanvullende voorwaarden zijn opgenomen voor deze grondhandelingen.

We beschouwen de regeling van de bouwgrondexploitatie in eerste instantie als een verantwoordelijkheid van gemeenten en private partijen. Indien het provinciale belang dit vereist kan - met instemming van Provinciale Staten - van dit uitgangspunt worden afgeweken. Hiervan is vooralsnog geen sprake. De provincie participeert in de verbonden partijen OMALA N.V. en Airport Garden City C.V., waarin wel bouwgrondexploitaties plaatsvinden.

Met het provinciale grondbeleid beogen we tegen aanvaardbare prijzen tijdig gronden beschikbaar te krijgen of te laten krijgen voor de realisering van ruimtelijke doelen. Aanvaardbare prijzen zijn in de regel marktconforme prijzen, waarbij we in overleg met andere overheden zodanig opereren dat marktverstoringen (prijsopdrijving) zoveel mogelijk worden voorkomen.

Gronden in eigendom (gebiedsgericht grondbeleid)
De provincie heeft een beperkte hoeveelheid grond in eigendom ten behoeve van het gebiedsgerichte grondbeleid (niet zijnde ondergrond van infrastructuur en dergelijke). Deze gronden zijn oorspronkelijk aangekocht ten behoeve van het voormalig plangebied OostvaardersWold en nu opgenomen in het programma Nieuwe Natuur. Omdat deze gronden zich niet in een transformatieproces bevinden en veelal (tijdelijk) een vaste bestemming kennen worden deze in de jaarrekening gepresenteerd als Materieel Vast Actief. Aan deze gronden wordt geen rente toegerekend.

Gronden programma Nieuwe Natuur
In 2015 is in het kader van het programma Nieuwe Natuur een grondhandelingskader vastgesteld welke toegepast wordt op het sluiten van de realisatieovereenkomsten met de initiatiefnemers, de inzet van de programmagronden hierbij en het tijdelijk beheer van de programmagronden.

Naast de gronden die in bezit zijn van de provincie, zijn er gronden in het programma Nieuwe Natuur ingebracht door terreinbeherende organisaties (Staatsbosbeheer en stichting Flevo-landschap). Deze gezamenlijk ingebrachte gronden vormen samen de programmagronden die binnen het programma Nieuwe Natuur ingezet worden voor ruiling, verkoop of directe inzet voor de doelstellingen. De programmagronden die nog ingezet moeten worden voor de doelstellingen zijn in tijdelijke pacht uitgegeven. De pachtinkomsten komen (na aftrek van beheerskosten) ten goede aan het programma Nieuwe Natuur.

Beoogde transacties - verkopen
Naar verwachting zullen in 2019 enkele grondtransacties plaatsvinden van percelen die als ruilgrond zijn aangemerkt binnen het programma Nieuwe Natuur. Conform eerdere besluitvorming worden de verkoopopbrengsten van die transacties toegevoegd aan de reserve Nieuwe Natuur zodat daarmee dekking beschikbaar is voor de investeringen in het kader van dit programma. In 2018 zijn de realisatieovereenkomsten met de initiatiefnemers gesloten, waardoor er duidelijkheid is over het doel van de beschikbare gronden. De transacties in 2019 bestaan dan uit het effectueren van de gemaakte afspraken, zoals het daadwerkelijk ruilen van gronden die niet op de juiste plek liggen voor de te realiseren Nieuwe Natuur projecten, evenals dat in 2018 heeft plaatsgevonden.

Beoogde transacties - aankopen
Gronden die toekomstig (tijdelijk) worden aangekocht ten behoeve van de projecten Nieuwe Natuur worden geactiveerd. Indien vaststaat dat deze gronden worden ingezet voor een specifiek traject zullen deze gronden afgewaardeerd worden naar de waarde op basis van die nieuwe bestemming. Deze afwaardering wordt gedekt uit de voor het programma Nieuwe Natuur beschikbare middelen, omdat daarmee in feite de verwervingsbijdrage voor het betreffende project (deels) gerealiseerd is. Waar sprake is van transacties streeft de provincie binnen de kaders van het programma en de daarmee beoogde doelstellingen naar opbrengstmaximalisatie en beperking van kosten.

Waardering grond
De gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, bestaande uit de aankoopprijs voor de grond en opstallen, vermeerderd met de kosten voor schadeloosstelling en verminderd met ontvangen bijdragen van derden. Omdat onzekerheid bestaat over de terugverdienmogelijkheid van de huidige boekwaarde bij toekomstige inzet of verkoop van de gronden is in voorgaande jaren een voorziening getroffen van € 1,1 mln. Deze voorziening is in mindering gebracht op de boekwaarde van de grond.