IV. Samenstelling college van Gedeputeerde Staten
De samenstelling van het college (inclusief bijbehorende portefeuilleverdeling) is als volgt:
Naam | Portefeuille |
Dhr. L. (Leen) Verbeek Commissaris van de Koning | Voorzitter Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten met in portefeuille: Integriteit, Veiligheidsregio's, Lobby, Rijkstaken (samenwerking in de provincie, werkbezoeken gemeenten, burgemeesters aangelegenheden, Koninklijk huis, KO’s, bezwaarschriften & klachten), P&O, Inkoop en aanbesteding, Facilitaire zaken, Interbestuurlijk toezicht Archiefwet, Coördinatie IFA, IPO portefeuillehouders overleg werkgeverszaken, en GR Regionaal Historisch Centrum Het Flevolands Archief. |
Dhr. J.N.J. (Jan-Nico) Appelman | Gedeputeerde met in portefeuille: Economische Zaken (coördinatie handelsmissies, Topsectoren/MKB en EFRO), Maritieme Strategie (Flevokust Haven, Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland en Kornwerderzand), Landbouw en Visserij, Nieuwe Natuur, Floriade, Hoger onderwijs, OMALA (inclusief Airport Garden City C.V.), Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland B.V., IPO BAC Regionale Economie, Bestuurlijk Overleg Platform Economie MRA en 1e loco commissaris van de Koning. |
Dhr. M.A. (Michiel) Rijsberman | Gedeputeerde met in portefeuille: Recreatie en Toerisme, Gebiedspromotie, Nationaal Park Nieuw Land, Kunst en cultuur, Europa (Comité van Regio’s, Coördinatie Interreg en Assembly of European Regions), Markermeer-IJmeer, Bestuurlijke Zaken (Flevolandse samenwerkingsagenda, bestuurlijke vernieuwing, coördinatie Verbonden Partijen en coördinatie Interbestuurlijk Toezicht), Digitale infrastructuur buitengebied, Communicatie en ICT, Huis van de Nederlandse Provincies, IPO BAC Cultuur, Agendalid IPO BAC Financiën en E-provincies, en 2e loco commissaris van de Koning. |
Dhr. H.J. (Harold) Hofstra | Gedeputeerde met in portefeuille: Financiën, Krachtige Samenleving, Vitaal Platteland (POP3 en Fonds leefbaarheid landelijk gebied), Natuur en Landschap, Dierenwelzijn Oostvaardersplassen, IPO BAC Vitaal Platteland, IPO BAC Financiën en E-provincies, Provinciaal Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen Flevoland, Alliander N.V., N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten, Vitens N.V. en 3e loco commissaris van de Koning. |
Dhr. J.A. (Jop) Fackeldey | Gedeputeerde met in portefeuille: Milieu, Klimaat en Duurzaamheid, Vergunningverlening, toezicht en handhaving, Windenergie, Energietransitie, Openbaar Vervoer, IPO-bestuur, IPO BAC Energie, IPO BAC VTH, N.V. Afvalzorg Holding, Provinciaal Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen Flevoland, Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek en 4e loco commissaris van de Koning. |
Dhr. J. (Jan) de Reus | Gedeputeerde met in portefeuille: Ruimtelijke ordening, Wonen, Mobiliteit (exclusief OV), Amsterdam Lelystad Airport, OMALA (inclusief Airport Garden City C.V.), Schaalsprong Almere/RRAAM, IJsseldelta-Zuid, Rijksvastgoedbedrijf, Water, Sport, IPO BAC Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling en Waterbeheer, IPO BAC Mobiliteit en 5e loco commissaris van de Koning. |
Dhr. T. (Tjeerd) van der Wal | Provinciesecretaris / algemeen directeur |
Gedeputeerde Staten van Flevoland verrichten naast hun bestuurlijke functie een aantal nevenfuncties. Zie voor een volledig overzicht: www.flevoland.nl
V. Leeswijzer
Doelstelling programmabegroting
De programmabegroting is een belangrijk instrument voor Provinciale Staten. Hierin worden de keuzes vastgelegd voor de inzet van de financiële middelen die de provincie ter beschikking staan. Deze keuzes worden op grond van het budgetrecht door Provinciale Staten gemaakt. De keuzes houden verband met de doelstellingen en activiteiten van de provincie. De programmabegroting is daarmee een belangrijk instrument om inhoud te geven aan de kaderstellende rol van Provinciale Staten.
Plaats programmabegroting in de planning en control cyclus
In de programmabegroting wordt vastgelegd wat de provincie wil bereiken, wat daarvoor wordt gedaan en welke financiële middelen daarvoor beschikbaar worden gesteld. Dit document wordt door Provinciale Staten vastgesteld. In de productenraming, die door Gedeputeerde Staten wordt vastgesteld, is een nadere detaillering van de geraamde budgetten opgenomen.
Tussentijds kunnen plannen worden bijgesteld aan actuele ontwikkelingen. Dat kan als onderdeel van de reguliere planning en control cyclus gebeuren via de perspectiefnota en de zomernota, maar ook incidenteel op basis van door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten genomen besluiten. Deze bijstellingen krijgen hun financieel beslag via begrotingswijzigingen die door Provinciale Staten worden vastgesteld (of in mandaat door Gedeputeerde Staten, conform de financiële verordening).
In de jaarstukken wordt eindverantwoording afgelegd over de uitvoering van de ambities, zoals verwoord in de programmabegroting en eventueel bijgesteld bij de perspectief- en zomernota of separate voorstellen. Er wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en er wordt verantwoording afgelegd over daarvoor uitgevoerde activiteiten en de inzet van financiële middelen. Dit document vormt de basis voor de controlerende rol van Provinciale Staten.
Structuur programmabegroting
De structuur van de programmabegroting wordt bepaald door wettelijke en niet-wettelijke vormeisen.
Wettelijke vormeisen: het BBV
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bevat vormeisen voor de programmabegroting. Deze dient de volgende onderdelen te bevatten:
- het programmaplan, waarin per beleidsprogramma expliciet wordt ingegaan op de beoogde maatschappelijke effecten en de wijze waarop zal worden getracht deze te verwezenlijken en de betrokkenheid van de verbonden partijen hierbij. Het geheel wordt gecompleteerd met de raming van de baten en lasten. Een programma is een samenhangend geheel van activiteiten om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. Tevens zijn in het programmaplan de verplicht voorgeschreven BBV beleidsindicatoren opgenomen.
- de paragrafen, bedoeld als nadere toelichting op onderwerpen die van wezenlijk belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. Zij geven de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en lokale heffingen weer. De wettelijk verplichte paragrafen zijn: Lokale heffingen, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Onderhoud kapitaalgoederen, Financiering, Bedrijfsvoering, Verbonden partijen en Grondbeleid. Daarnaast kan besloten worden om additionele paragrafen op te nemen, hier is vooralsnog geen gebruik van gemaakt.
- een overzicht van baten en lasten, dat alle baten en lasten van de in het programmaplan opgenomen activiteiten bevat, ter ondersteuning van de autorisatiefunctie van Provinciale Staten;
- een uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting daarop, waarin speciale aandacht wordt geschonken aan investeringen, financiering, reserves en voorzieningen;
- de bijlage met het overzicht van de geraamde lasten en baten per taakveld en de specificatie van incidentele lasten en baten.
De drie laatste onderdelen vormen samen de Financiële begroting. Deze ondersteunt niet alleen de autorisatiefunctie van Provinciale Staten, maar vormt ook de basis voor de verantwoording na afloop van het boekjaar (inclusief de controle van de rechtmatigheid en het getrouwe beeld van de jaarrekening door de externe accountant).
Niet-wettelijke vormeisen
Ieder hoofdstuk uit het programmaplan begint met een inleiding met daarin de doelenboom en de indicatoren horende bij het programma. Dit wordt gevolgd door de programmaonderdelen waarbinnen aandacht is voor de doelstellingen en activiteiten, zoals deze zijn opgenomen in het College uitvoeringsprogramma 2015-2019 (CUP), te herkennen aan de tussen haakjes aangegeven UP nummering. In een aantal gevallen zijn hier aanvullende doelen en activiteiten opgenomen.
Nieuw en gewijzigd in 2019
- Naast de geplande activiteiten die voortvloeien uit het College uitvoeringsprogramma (UP-nummers) zijn ook de in de Perspectiefnota 2019-2022 opgenomen voorstellen die in 2019 een bijdrage leveren aan de beoogde maatschappelijke effecten, verwerkt in het programmaplan. Bij deze activiteiten wordt naar de nummers uit de Perspectiefnota 2019-2022 verwezen (PN-nummers). In bijlage E van deze begroting is een totaaloverzicht opgenomen van de (financiële) verwerkingswijze van de Perspectiefnota 2019-2022.
- Doordat de Zomernota met ingang van 2018 reeds voor het zomerreces wordt vastgesteld, zijn ook de meerjarige effecten uit de vastgestelde Zomernota 2018 (incl. aangenomen moties en amendementen) reeds verwerkt in het financieel kader van de Programmabegroting 2019.
- De budgetten 2019 en verder zijn (waar van toepassing) gecompenseerd voor prijsontwikkelingen, ten laste van de daarvoor beschikbare stelpost loon- en prijsontwikkeling. Met ingang van de Programmabegroting 2019 is deze loon- en prijscompensatie reeds in het gepresenteerde financiële kader verwerkt, conform de uitgangspunten zoals opgenomen in de Perspectiefnota 2019-2022.
- Vanwege de behoefte van Provinciale Staten om inzicht te verkrijgen in het meerjarig verloop van de Flevolandse indicatoren zijn meerdere jaarschijven toegevoegd aan de indicatorentabellen (gelijk aan de indeling van de BBV-indicatoren). Waar van toepassing zijn de streefcijfers voor 2018 (naar boven) bijgesteld op basis van de werkelijke realisatie in 2017.
- In het voorjaar van 2018 is door Provinciale Staten het initiatief genomen om te komen tot een aantal aanvullende indicatoren. Hiertoe is vanuit Provinciale Staten een Begeleidingscommissie P&C ingesteld die tezamen met de Statencommissies een selectie van nieuwe indicatoren heeft gemaakt. Naar aanleiding hiervan zijn in de Programmabegroting 2019 een aantal nieuwe indicatoren toegevoegd aan de programma's 3, 4 en 5. De overige indicatoren vragen eerst nog een nadere uitwerking alvorens deze opgenomen kunnen worden.
- Op 30 augustus 2018 heeft de Commissie BBV de vernieuwde notitie 'Structurele en incidentele baten en lasten' gepubliceerd, met als doel het onderscheid tussen incidentele- en structurele baten en lasten te verduidelijken. De begroting van de provincie Flevoland voldeed reeds aan de uitgangspunten van deze (vernieuwde) notitie. Wel is de in de notitie opgenomen aanbeveling opgevolgd om middels een separaat overzicht expliciet inzicht te verschaffen in het structurele begrotingssaldo. Dit overzicht is toegevoegd aan paragraaf 1.3 van onderdeel IV Financiële begroting. Verder zijn er recent geen wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) doorgevoerd die van invloed zijn op de Programmabegroting 2019.
Autorisatie programmabegroting
Provinciale Staten hebben een kaderstellende en controlerende taak. In de Provinciewet is opgenomen dat Provinciale Staten de begroting (inclusief programmaplan, paragrafen en financiële begroting) vaststellen.
Het financiële autorisatieniveau van de programmabegroting ligt per programmaonderdeel op het totaal van lasten en baten. Dit houdt in dat Gedeputeerde Staten per programmaonderdeel niet meer mogen besteden dan het voor dat onderdeel geraamde totaal van de lasten. Dit bedrag is per programmaonderdeel weergegeven in de programmabegroting. Dit bedrag kan – meestal op grond van een voorstel van Gedeputeerde Staten - via begrotingswijziging door Provinciale Staten worden gewijzigd. Uiteraard dient de besteding te passen binnen de door Provinciale Staten vastgestelde doelen en activiteiten. In de jaarrekening verantwoorden wij in hoeverre wij binnen het geautoriseerde bedrag blijven.
Mandaatverlening
Door eerdere besluitvorming van Provinciale Staten zijn er uitzonderingen ontstaan op de algemene lijn zoals hiervoor beschreven. Deze uitzonderingen hebben betrekking op gedelegeerde reserves en gemandateerde begrotingswijzigingen.
1. Gedelegeerde reserves
De provincie beschikt over een aantal reserves. Het besteden van de middelen binnen deze reserves is voorbehouden aan Provinciale Staten. Dit houdt in dat wij eerst een voorstel aan Provinciale Staten moeten voorleggen, alvorens wij verplichtingen ten laste van reserves aan mogen gaan.
Om de doelmatigheid en slagvaardigheid van de provincie te vergroten hebben Provinciale Staten bij het vaststellen van de nota Reserves en voorzieningen 2015-2019 (Provinciale Staten van 16 december 2015), besloten de beslissingsbevoegdheid tot besteding en het aangaan van verplichtingen voor een aantal reserves bij Gedeputeerde Staten neer te leggen. Het betreft hier de reserves Personeel, Sportaccommodaties c.a., Gladheidsbestrijding, Flevokust Haven, Doorgeschoven activiteiten en Mobiliteit. Nadien is bij de instellingsbesluiten van de reserves Economisch Programma en Dekking afschrijvingslasten besloten deze te delegeren aan Gedeputeerde Staten. De besteding van de gedelegeerde reserves vindt plaats in overeenstemming met de doelstellingen die Provinciale Staten daarvoor hebben vastgelegd.
2. Gemandateerde begrotingswijzigingen
Provinciale Staten hebben – via de Financiële verordening provincie Flevoland 2018 – het college gemandateerd om de onderstaande begrotingswijzigingen door te voeren. Dit heeft tot doel om het aantal begrotingsmutaties dat in de loop van een begrotingsjaar via een begrotingswijziging ter vaststelling aan Provinciale Staten wordt voorgelegd, te verlagen. In veel gevallen gaat het om technische (detail)wijzigingen of wijzigingen waarbij de provincie geen beïnvloedingsmogelijkheden heeft. Het gaat daarbij om de volgende typen wijzigingen:
- doorgeven bijdragen van derden met specifiek doel;
- reeds genomen Statenbesluiten;
- gedelegeerde onttrekkingen aan reserves (zie hierboven);
- begrotingsvoordelen uit lagere uitgaven en/of hogere inkomsten.
Om Provinciale Staten volledig op de hoogte te stellen van de gemandateerde begrotingswijzigingen, stellen wij haar van gemandateerde wijzigingen in kennis (via de besluitenlijst).
Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2018 hebben Provinciale Staten besloten om Gedeputeerde Staten mandaat te verlenen om begrotingswijzigingen vast te stellen die betrekking hebben op oormerken in de stelpost Nieuw Beleid en de reserve Strategische projecten, voor zover deze voortvloeien uit de Perspectiefnota 2017-2021 (met uitzondering van het onderdeel Energieagenda).
Peildatum
De Programmabegroting 2019 kent als peildatum 23 mei 2018. Dit houdt in dat in de ramingen rekening is gehouden met de structurele financiële doorwerking van besluiten die tot die datum genomen zijn of reeds onderweg waren voor besluitvorming door Provinciale Staten, bijvoorbeeld de Perspectiefnota 2019-2022 en de Zomernota 2018. Tevens is in de ramingen rekening gehouden met de volgende zaken:
- Effecten van de Meicirculaire 2018;
- Effecten van het Voertuigenoverzicht Motorrijtuigenbelasting (MRB) per 1 juli 2018;
- Actualisatie van de benodigde stelpost voor Loon- en prijsontwikkeling;
- Resultaatbestemming Jaarstukken 2017;
- Statenvoorstel Beleidskader beheer Oostvaardersplassen (11 juli 2018);
- Statenvoorstel Medefinanciering aanleg glasvezel oostelijk en zuidelijk Flevoland (18 juli 2018), en
- Alle op peildatum 23 mei 2018 onderhanden, en inmiddels vastgesteld, zijnde mandaatbesluiten van Gedeputeerde Staten.
Verklaring verschillen per programmaonderdeel
Bij de toelichting op de middelen geven wij conform de vereisten in het BBV – indien van toepassing - een verklaring bij het verschil tussen de nieuwe begrotingsraming en het financieel kader. Conform de bestendige gedragslijn zijn alle verschillen groter dan € 100.000 van een verklaring voorzien. Hiermee krijgt Provinciale Staten inzicht in de aard en achtergrond van begrotingswijzigingen die in deze begroting zijn doorgevoerd.