Begroting 2019

Lokale heffingen

Lokale lastendruk

Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de tarieven van de provinciale belastingen en heffingen zich verhouden tot de tarieven in de andere provincies. Voor de opcenten MRB is de situatie in 2018 en 2019 (voorlopige cijfers) weergegeven in onderstaande tabel 1.2.

Tabel 1.2: Provinciale opcenten MRB

Provincie

2018

2019 (voorlopig)

Stijging in %

Noord-Holland

67,9

67,9

0,0%

Friesland

70,0

71,1

1,6%

Utrecht

72,6

72,6

0,0%

Noord-Brabant

76,1

76,1

0,0%

Limburg

77,9

77,9

0,0%

Flevoland

79,0

79,8

1,0%

Overijssel

79,9

79,9

0,0%

Zeeland

82,3

89,1

8,3%

Gelderland

89,2

89,2

0,0%

Groningen

89,3

90,2

1,0%

Zuid-Holland

90,4

90,4

0,0%

Drenthe

92,0

92,0

0,0%

Van laag naar hoog gerangschikt neemt Flevoland in 2019 de zesde plaats in voor wat betreft het tarief van de opcenten MRB. Het landelijke gemiddelde tarief is in 2019 naar verwachting 81,3 opcenten.

Voor de grondwaterheffing lopen de tarieven tussen de provincies uiteen van € 0,50 per 100 m³ tot € 3,17 per 100 m³. Het tarief in Flevoland bedraagt per 1 januari 2010 € 1,41 per 100 m³, waarmee Flevoland van laag naar hoog gerangschikt de zevende plaats inneemt. De hoogte van de uiteindelijk opgelegde heffing is niet alleen afhankelijk van de hoogte van het tarief, maar ook van een mogelijk minimum bedrag en vrijstellingen. In Flevoland is geen minimum bedrag vastgesteld en zijn onttrekkingen kleiner dan 20.000 m³ grondwater vrijgesteld van de provinciale grondwaterheffing.

Voor interprovinciale vergelijking zijn alleen de opcenten MRB en de grondwaterheffing relevant vanwege de omvang en/of de hoogte van de heffing. De activiteiten waarvoor leges worden gevraagd (zoals toezending provinciale documenten) verschillen tussen de provincies, waardoor vergelijking niet goed mogelijk is. Gelet op het specifieke karakter van de nazorgheffing is een vergelijking met andere provincies evenmin zinvol.